‘Ik maak fouten, dus jullie mogen ze ook maken’

‘Ik maak fouten, dus jullie mogen ze ook maken’

‘Ik maak fouten, dus jullie mogen ze ook maken’ 2560 933 Maaike Kuipers

Angelique Rozeboom (32) was jarenlang in aandachtswijken door het hele land te vinden om meiden aan het sporten te krijgen. Nu hoopt ze als regiomanager bij de Krajicek Foundation ervoor te zorgen dat Krajicek Playgrounds niet langer alleen het domein van jongens zijn. ‘Op te veel veldjes geldt nog steeds het recht van de sterkste. Daardoor wordt meiden een kans ontnomen om lekker te sporten.’

Op een veldje in de Enschedese wijk Deppenbroek was Angelique tot haar 18de bijna dagelijks te vinden. Vooral om te voetballen. En dat kon ze goed. Jarenlang zat ze in jeugdselecties van de KNVB en speelde ze op het hoogste nationale amateurniveau bij FC Berghuizen in Oldenzaal. Ze droomde van een carrière als prof. ‘Maar dat was destijds nog lastiger dan nu’, zegt Rozeboom, die op haar 26ste stopte met voetballen en via de CIOS-opleiding Buurt Sport en Onderwijs het vak van buurtsportcoach in rolde. 

Dat ze een aardig balletje kon trappen, werd ook op het veldje tegenover haar huis opgemerkt. Dat maakte de acceptatie bij jongens in de buurt makkelijk, maar voor veel andere meiden was het tegenovergestelde de realiteit. ‘Op die veldjes geldt eigenlijk het recht van de sterkste. En er zijn zoveel kinderen, vooral meiden, die dat niet aankunnen’, legt Angelique uit. ‘Daardoor wordt een kans ontnomen om lekker te sporten en te bewegen. Ikzelf kon goed voetballen, dus hoorde er al snel bij. Maar andere meiden waren niet goed genoeg om mee te doen. Dan wordt het ook niet meer leuk om naar buiten te gaan.’

Girls only

Meiden. Angelique kan niet vaak genoeg benadrukken hoe belangrijk het is om juist die groep in aanraking te laten komen met sport. Zeker in aandachtswijken als Deppenbroek of Overvecht, Kanaleneiland en Hoograven waar ze later werkte. We zagen dat de bewegingsdeelname van meiden in die wijken heel sterk achterbleef in vergelijking met jongens. Dat was onder allochtone kinderen al zo, en het verschil was nog groter als je autochtoon en allochtoon met elkaar vergeleek. Toen dacht ik: daar moeten we wat mee doen. De vraag was alleen: hoe ga je het vormgeven?’

Angelique besloot in een gymzaal naast een school in Overvecht te gaan zitten. ‘Op school heb ik reclame gemaakt voor Meidensport: girls only.’ Ze laat een korte stilte vallen. ‘Ik kon de toestroom niet aan, joh. Het was niet normaal hoeveel meiden er kwamen. De eerste keer waren er 35 meiden, daarmee zat het vol. En er wilden er nog veel meer komen.’ 

Niet met de jongens

Wat bleek nu: meiden willen vooral met elkaar sporten en niet met jongens. Ook hebben ze vaak geen behoefte aan competitie. Het moet vooral leuk en gezellig zijn. ‘Jongens geef je een bal en die gaan een uur lang voetballen. Meiden willen eerst praten, hun gevoelens delen. Dus eerst hadden we het gezellig, gingen we praten en daarna gingen we sporten. Dan openen ze zich wel. Ik denk dat ze zo’n praatmoment thuis vaak misten. Uiteindelijk gaan die meiden je ook als een soort vriendin zien. Ook nu kom ik die meiden nog weleens tegen. Hartstikke leuk om te zien hoe ze gegroeid zijn.’ 

Vragen uit andere Utrechtse wijken volgden. Ook in Kanaleneiland en Hoograven werden pilots gestart. ‘En ook daar liep het storm. Of we het niet nog groter hadden kunnen aanpakken? Het was maar een pilot. Dus ik kon niet allerlei extra mensen inhuren, haha.’ 

Niet luisteren

Zo zie je maar, door gewoon iets te proberen, is het mogelijk om een heel succesvolle activiteit op te zetten. Hoewel dat misschien relatief makkelijk klinkt, blijft het in de praktijk toch vaak aanpoten. ‘Deze doelgroep wordt door beleidsmakers niet altijd begrepen’, legt Rozeboom uit. ‘Er is in aandachtswijken zeker behoefte om te bewegen, maar je moet vraaggericht werken. Dat is wat vaak misgaat. Er wordt iets bedacht, maar je legt niet je oor te luister in de wijk. Terwijl het zo belangrijk is om te vragen: wat vinden jullie leuk om te doen?’ 

‘Vanuit een gemeente hoorde ik eens: je moet met minimaal dertig kinderen per week sporten’, vervolgt ze. ‘Ik vind dat helemaal niet interessant, ik sta liever met tien kinderen op de Playground die nooit in aanraking zijn gekomen met sport, dan met dertig kinderen die allemaal al bij een vereniging zitten. Het gaat juist om die kinderen die er normaal gesproken níet zijn. Dát is de doelgroep.’

Meld je HIER aan voor het event #zijspeeltmee op 6 februari!

Het hele verhaal lezen? Je vindt het hier op de website van Vice Versa.


Tips & Tricks

#zijspeeltmee is een samenwerking tussen ISA en Vice Versa en wordt mogelijk gemaakt door het Frame Voice Report programma van Wilde Ganzen – gefinancierd door de Europese Unie.

Contact us

The Netherlands
Marathonloop 1
5235 AA ‘s-Hertogenbosch
info@zijspeeltmee.nl
+31 (0)73 64 94 256